De Fabriek

Fabriek

De fabriek is in ongeveer 1910 gebouwd, hier werd de bolsterturf verwerkt tot turfstrooisel. Turfstrooisel  werd gebruikt in de tuin, in paardenstallen ter vervanging van stro  omdat turf  een groot absorberend vermogen heeft, in teelaarde van bloemkwekerijen en groente teelt, in potaarde en bij de kweek van champignons.

Bolsterturf is de bovenste laag van het veen.  Dieper gelegen lagen werden voor andere producten gebruikt. Zoals brandturf en actieve kool voor de industrie en farmaceutische industrie. Een voorbeeld daarvan is de Norit tablet die geproduceerd wordt in de Purit fabrieken. Het turf werd met behulp van bolsterkarren opgehaald,  op het laatst  met een spoorbaan van zo’n 18 kilometer lengte vanuit Duitsland.
Er zijn zo’n 20.000 vrachten bolster per jaar jaar verwerkt, dit is ongeveer 140.000 m³ turf.

Algemeen
In het begin werd de fabriek aangedreven door een stoommachine, die natuurlijk met turf gestookt werd. In het midden van de twintiger jaren werd er door de Griendtsveen maatschappij bij de brug een 500 volt draaistroom elektriciteitcentrale gebouwd. En verdween de stoommachine. In de jaren vijftig werd overgegaan op netstroom zoals we die nu nog steeds hebben.

Kantelinstallatie
Vlak voor de fabriek werden de bolsterwagens losgekoppeld en één voor één door de omkeerinstallatie geduwd. Eerst werd dit door twee man met een handslinger gedaan en viel er 9 m³ turf in de kar daaronder. In de jaren vijftig werd dit vervangen door de elektromotor die wij nu nog steeds gebruiken bij demonstraties van de omkeerinstallatie.

Grofwolf
De aangevoerde turf gaat via twee jakobsladders, naast de trap te zien, naar binnen en komt dan vervolgens bij de eerste breekmachine, de grove breker of grofwolf. Die bestaat uit twee eenvoudige,  in tegengestelde richting draaiende tandwielen, die de turfbrokken verkleinen.

Zaagwolf
Vervolgens gaat het turf via twee jakobsladders naar de fijne breker of  zaagwolf die op zolder staat. Hier wordt de bolster nog eens verder verkleind.

Battoir
Vervolgens viel het gebroken turf naar de vier  boittoirs of zeefmolens. Hier werd de turf geheel uit elkaar gerafeld en op de juiste grootte gebracht met behulp van de zeven die in de boittoirs gemonteerd kunnen worden. Vezels en andere grove delen die in het turf zitten worden hier er ook uitgehaald.

Krupse molen
In het turf zaten ook grove delen, die er ook bij de boittoirs werden uitgehaald en door de krupsemolen of vezelmolen verkleind. Deze vezels werden vooral gebruikt als omhulsel van de aardewerken drainagebuizen, ter voorkoming van verstopping door zand.

Pers
Tenslotte werd de overgebleven turfstrooisel in balen geperst. Aanvankelijk  waren dit balen omhuld met planken en  samengebonden met ijzerdraad. Later werd het verpakt in de welbekende plastic zakken.

Eerst werd het turfstrooisel afgevoerd met schepen, vanaf 1911 werd het turstrooisel ook afgevoerd via een spoorlijn die door de Dedemvaartsche Stoomtramweg Maatschappij langs het kanaal werd aanlegd. De lijn sloot bij de halte Amsterdamscheveld aan op de lijn Coevorden – Ter Apel. Deze lijn was 6700 meter lang en was eigendom van de Griendtsveenmatschappij. Omdat het spoor aan de andere kant van het kanaal lag werd de “overlading” gebouwd. Later was dit ook handig toen het vervoer geheel overging naar de vrachtwagen.